Anderen zegenen

God zei tegen Abraham “zal Ik u rijkelijk zegenen … en met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden” (Genesis 22:17-18). Hij zei hier “De rede waarom ik u zegen Abraham is zodat u tot zegen kunt zijn voor alle naties”.

Uiteraard zijn er weinig van ons geroepen om complete naties te zegenen maar ieder van ons heeft een cirkel van familie, vrienden en collega’s om zich heen staan. Hoeveel mensen in uw cirkel worden er gezegend door wat de Heer aan het doen is in u? Worden uw vrienden en familie gezegend door Christus in u?

Wanneer u anderen begint te zegenen temidden van uw beproevingen zult u weten dat Gods zegenende hand op u is. Dat is wat er gebeurde met David. Toen zijn vijanden hem geen genade toonden getuigde hij “Komt van hen de vloek, van u verwacht ik zegen, schande over mijn belagers, vreugde over uw dienaar” (Psalm 109:28 NBV). David riep het uit tot God om hulp en zegeningen terwijl zijn vijanden hem vervloekten.

Jezus gebied ons: “Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen” (Matteüs 5:44). Als u zich aan dit woord kunt houden bent u zeer zeker gezegend door de Heer.

Tenslotte worden diegene die gezegend worden nog dichter naar de Heer getrokken. God zegent nooit zonder die persoon ook dichter naar Zichzelf te trekken, er op aandringende “Kom dichter bij Mij”. Het naderen tot God is nog meer zegen.

Misschien zegt u “Ik zie geen enkel bewijs dat God mijn leven zegent. Mijn leven wordt niet gemarkeerd door de dingen die u zojuist genoemd heeft. Hoe kan ik Gods zegening ontvangen?”

Geliefde, verheug uzelf! Houdt u van Zijn Woord? Houdt u ervan om samen te komen met andere gelovigen? Rennen uw gedachtes de hele dag door naar Jezus? Spreekt u met Hem? Als uw antwoord “ja” is op een van deze vragen, dan kunt u er zeker van zijn dat Hij u trekt en zegent.