Elke strijd een overwinnaar

God heeft beloofd dat u als overwinnaar uit elke strijd zult komen, gekroond met Zijn kracht. “Verhef U, o HERE, in uw kracht, wij willen uw sterkte met psalmen bezingen” (Psalm 21:13)

Hoe “behoud” de Heer ons met deze zegening van goedheid en goedertierenheid? De Heilige Geest verdrijft alle angst uit ons – angst om te vallen, angst van het afgesneden worden van God, angst om de Heilige Geest te verliezen – door Zijn vreugde in ons te leggen. We kunnen onze weg vol vreugde voortzetten zoals David deed, omdat God ons heeft verzekerd dat wij zullen zegevieren.

Maar zo weinig christenen hebben deze vreugde en toenemende blijdschap. Complete menigtes hebben nog nooit de zielerust of de vrede van de aanwezigheid van de Heer gekend. Ze wandelen rond alsof ze in rouw zijn, ze stellen zichzelf voor onder de duim van God’s toorn in plaats van onder Zijn beschermende vleugels. Ze zien Hem als een harde leermeester, die altijd klaar staat om met Zijn zweep over onze ruggen te slaan. Dus leven zij een ongelukkig leven, zonder hoop, meer dood dan levend.

Maar in God’s ogen is het probleem niet zozeer de zonde, het is het vertrouwen. De Heere Jezus heeft het probleem van onze zonde voor eens en altijd opgelost aan het kruis. Hij komt niet op ons neer zeggende “En nu ben je echt te ver gegaan”, nooit! Zijn houding tegenover ons is precies het tegenovergestelde, Zijn geest stuurt ons continu en herinnert ons aan de goedertierenheid van onze Vader, zelfs temidden van al ons falen.

Wanneer we gefocust raken op onze zonde, dan verliezen we elk zich op waar God het meest naar verlangt: “zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken” (Hebreeën 11:6). Dit vers zegt eigenlijk alles al, onze God is een belonder, en Hij verlangt er zo naar om ons te overladen met Zijn goedheid dat Hij ons al ruim van te voren zegent.

Dit is het concept van onze Vader waarvan Hij wilt dat wij die hebben. Hij weet wanneer we ons van onze zonde en fouten zullen afkeren en berouw hebben. Hij weet wanneer onze spijt en verdriet komt, maar Hij kan niet wachten tot dat moment gekomen is. Dus springt Hij in en zegt “Ik wil jou ervan verzekeren mijn kind, dat je niet veroordeelt zult worden, omdat ik je reeds vergeven heb door het reinigend bloed van Mijn eniggeboren Zoon”.